Dag 8: alles is veel voor wie niet veel verwacht














Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.
(Uit domweg gelukkig in de dapperstraat)
Dit heb ik ervaren tijdens mijn wandelingen afgelopen week. Hoe meer je ervan verwacht, hoe meer het tegenvalt.
Hoe meer je denkt we zien wel wat de dag brengt, hoe meer mooie ervaringen je opdoet.
We waren al een uurtje aan het lopen toen ik tegen Carlijn zei, dat het roodborstje ons vandaag niet vergezelde. Een paar minuten later liep ik hijgend de berg op, alleen. En ineens was hij daar. Weer ging ie voor me op het pad zitten en keek me recht aan alsof ie zei: kom op jij kunt dit. Ik was verwonderd en bleef even staan. Het roodborstje ging naast me zitten op een tak en zo bleven we even samen naar elkaar kijken. Toen vervolgde ik mijn klim naar boven.
Bij ons eerste stop was een klein café naast een kerkje. Hier staken we ons eerste kaarsje aan en besloten wat te drinken. We raakten aan de praat met 2 Amerikanen. De oudere man reisde heel de wereld over en liep nu de Camino met zijn lerares Frans.
Ook troffen we hier weer onze deens/Nederlandse vriendinnen. Moeder en dochter. Ineens zei de moeder. Jullie lopen tegen parkinson toch? Dat hadden we gisteren vertelt. We knikten en ze zei, daar ben ik blij om, want ik heb Parkinson.
We spraken hier nog even over na en we bedankten haar voor het open gesprek.
We liepen verder en de reis ging voorspoedig. Het laatste stuk was minder mooi, langs industrie, maar toen we weer boven op een berg stonden was het er vredig. Daar stond een beeld van Jacobus die uitkeek over Santiago de Compostella. Ik besloot hier mijn steen neer te leggen, met de tekst pluk de dag.
Deze steen heb ik heel de weg bij me gedragen en is voor mijn papa en mama. Omdat eigenlijk zij deze pelgrimstocht samen hadden willen lopen. Zij kijken nu vanuit daar over de stad.
Ik ben dankbaar dat ik beide ouders nog heb, hun nabijheid voel ik steeds. Maar ik besef ook dat het mensen zijn die leven bij de dag, ze plukken elke dag.
Dit behoort bij mijn grootste angsten, het ooit verder moeten zonder hen. Het thema kwam deze Camino al vaak voorbij.
Het kwam allemaal samen toen we nog iets verder door langs een kleine kapel liepen. We herkende het eerst niet eens als een kapel en liepen eraan voorbij. Daarna liepen we terug en gingen naar binnen en in deze kale kapel stond één beeld van een Piëta. Het beeld van Maria met haar overleden zoon op schoot. Het is een beeld waarvan mijn moeder de foto's spaart, dus ik maakte die meteen. Je ziet dit beeld maar weinig. Dus voor mij heel bijzonder dat ik het hier trof. De enige op mijn route en nu net nadat ik mijn steen had weggelegd. We staken een kaarsje aan en opdat moment galmde het piu jesu door de kapel, zomaar daarvoor was het stil. Mijn broertje zong dit prachtig vroeger.
Ik huilde met lange halen. Heel de reis kwam samen, mijn hele familie voelde ik daar, alleen maar liefde. In een kapel waar ik niks van verwachtte.
We liepen verder de berg af, Santiago de Compostella in. De buitenwijken van een stad zijn niet mooi en staan in schril contrast met alle natuur die we de afgelopen dagen hebben gezien.
Bij de cathedraal zijn we gaan zitten. Dit was het dan, onze reis. En op dat moment wist ik het zeker, het gaat niet om de bestemming, maar om de reis er naar toe.
We haalden ons certificaat bij het officina en liepen naar ons hotel, een kamer in de anglicaanse gemeenschap. De non zag ons zette ons op een stoel, bracht koud water, natte doeken en vers fruit, zo lief. We zagen er blijkbaar net zo verhit uit als we ons voelden. Daarna zijn we gaan liggen. Gewoon ff bijkomen. We wilden die avond perse naar de pelgrimsmis in de cathedraal, daar hadden we ons enorm op verheugd.
In alle kleine dorpjes vonden we in die kerkjes een enorme verbondenheid.
Maar in deze cathedraal was dat anders. Het was formeel en afstandelijk en toen een Aziatische pelgrim de hostie ging halen en niet wist wat ze ermee moest en ermee wegliep zonder het op te eten. Kwam de pastoor op haar af, pakte de hostie af en zei: jij bent geen katholiek hé, dan mag jij hem niet.
Ik was echt perplex, heel de reis ging over verbondenheid, over je mag er zijn, je hoort erbij, waar je ook vandaan komt. We zijn allemaal gelijk. En hier waar ik verwachtte dat dat allemaal samen zou komen, gebeurde dit. Een beetje desolaat verlieten we de cathedraal.
We besloten nog iets te drinken op het terras. Na een tijdje liep er een donkere man op ons af, met armbanden. We zeiden: hallo mr high quality. Hij lachtte en we boden hem een drankje aan. We lieten hem zijn armbandje om onze pols zien, die we op de dag voor ons vertrek van hem kregen.
En zo was de cirkel rond.
Ik wil jullie allemaal bedanken voor het volgen, het doneren, voor de lieve appjes die ik ontving. Van bekende en minder bekende mensen. Ik heb het als heel liefdevol en helend ervaren. Ik ben dankbaar dat ik meer dan 1100 euro bij elkaar heb weten te lopen voor de hersenstichting. Dank, dank, dank!
Vandaag gaan we nog naar Finisterre, wat einde van de wereld betekent en ben nieuwsgierig, maar verwacht er maar niet al te veel van 😉